Hierna volgt een woordenlijst en een overzicht van de verschillende Unitron-productbegrippen die in de Unitron TrueFit™-software worden gebruikt.
2cc: Curveweergaveopties waarmee de versterking of uitvoer van het hoortoestel wordt weergegeven, zoals gemeten in een 2cc coupler. In Unitron TrueFit™ worden automatisch waarden weergegeven in de juiste koppeling voor het geselecteerde hoortoestel: een HA-1 voor producten op maat en een HA-2 voor AHO-producten.De grafiekopties zijn toegankelijk via het grafiekpictogram rechts bovenaan de grafieken.
Aanpassingsoverzicht: Scherm met een overzichtstabel met diverse parameters van het hoortoestel, waaronder de programmalijst, instellingen voor de gebruikersbediening, algemene status en statuswaarden voor hoorbare indicators.
Adaptieve directionaliteit: Deze input optie gebruikt een adaptief directioneel polar patroon strategie. Deze optie is beschikbaar onder sommige handmatige programma's onder Aanpassing>Configuratie>Input.
Adaptation Manager: Een regelaar waarmee de algehele versterking in het hoortoestel wordt aangepast om een percentage te leveren van de berekende doelcurve voor de huidige aanpasformule. Er kan een automatische gewenning worden geactiveerd om geleidelijk over te gaan van een huidige instelling, die erop gericht is om een comfortabelegeluidssterkte te leveren (huidige regeling) voor een regeling die erop gericht is om spraakverstaan te optimaliseren (uiteindelijke waarde). Zowel de huidige als uiteindelijke instellingen worden aangepast door de schuifregelaars te verplaatsen. De adaptatiemanager is een globale parameter, die alle programma's beïnvloedt. De adaptatiemanager kan worden aangepast bij Aanpassen in het scherm voor fijnregeling.
Afstandsbediening: Een handbediend apparaat dat eenvoudige regeling van het hoortoestel mogelijk maakt, zoals het volume, luisterprogramma's, luistercomfort en de geluidshelderheid via SmartFocus. Een afstandsbediening kan worden geactiveerd of gesimuleerd op het scherm Toestellen > Accessoires.
AntiShock™: Fonctionnalité qui permet d'identifier instantanément les bruits impulsifs et de les étouffer sans pour autant les rendre indéfinissables et sans affecter la parole. Cette fonctionnalité réglable fonctionne indépendamment du gain, de la puissance de sortie maximale et du système de compression. Pour régler la fonctionnalité AntiShock, allez dans Configure Features (Configuration des fonctionnalités) à l'écran Fitting (Appareillage).
Audiogram-based Noise: Willekeurig lawaai signaal met een frequentie spectrum gebaseerd op de audiologische gegevens van de klant.
Automatic Controls: Door de audicien te configureren regelaars die van invloed zijn op de schakelwerking van het Automatische programma. Audiciens kunnen de gevoeligheid van het Automatische programma aanpassen aan een veranderende omgeving (Heel laag = tragere reactie, heel hoog = snellere reactie). Daarnaast zijn er regelaars beschikbaar voor het wijzigen van de prioriteit van verschillende luisteromgevingen in het Automatische programma. Automatische regelaars kunnen worden aangepast in Aanpassen in het scherm Eigenschappen configureren.
Automatic Program: Meet elke akoestische situatie en selecteert de gepaste menging van luisteromgevingen.
Automatisch 4: In Quantum™ 20 en Moxi™ 20 worden in het Automatische programma drie luisterdoelen gecombineerd (Rustig, Spraak in Lawaai, lawaai). Daarnaast is er een speciale modus voor muziek. Alle functies zijn gebaseerd op de geluidsomgeving.
Automatisch 3: In Quantum™ 12 en Moxi™ 12 is dit een Automatisch programma waarin drie luisterdoelen worden gecombineerd (Rustig, Spraak in Lawaai, Lawaai) op basis van de geluidsomgeving.
Automatisch 2: In Quantum™ 6 en Moxi™ 6 is dit een Automatisch programma waarin twee luisterdoelen worden gecombineerd (Rustig, Spraak in Lawaai) op basis van de Calculated response: De optie 'Berekende curve weergeven' is beschikbaar onder de grafiekopties die toegankelijk zijn via het grafiekpictogram rechts bovenaan de grafieken.
AutoMic: In alle Shine Rev 4 en 3 producten, dit handmatige programma schakelt van omni directioneel naar de geselecteerde directionaliteit wanneer omgevingsruis boven het ingestelde overgangsniveau (dB) uitkomt.
Bass enhancer: Beschikbaar in Max producten. Een eigenschap die meer uitgangsvermogen voor lage frequenties geeft, voor extra spraak informatie in de lage frequenties.
Berekende respons: Curveweergaveoptie waarmee het berekende, oorspronkelijke, snel aangepaste geluidsniveau van het hoortoestel bij de huidige instelling van Adaptatie manager wordt weergegeven voordat de versterkings-/frequentierespons fijn wordt afgesteld.
Binaural Phone: Beschikbaar in draadloze producten voor Quantum™ 20 en 12, samen met Moxi™ 20 en 12. Met de binaurale telefoon wordt geluid van het telefoonoor automatisch verzonden naar het andere oor, waardoor u binauraal kunt luisteren op een vaste of mobiele telefoon. De instellingen voor deze functie bevinden zich in Aanpassen in het scherm Eigenschappen configureren wanneer een telefoonprogramma is geselecteerd.
Configureren: Het scherm waarin diverse functie-instellingen van de hoortoestellen kunnen worden aangepast. Dit bevindt zich onder Aanpassen.
Data logging: Hiermee worden gebruiksgegevens over onderwerpen, zoals gebruiksuren per dag, bestede tijd in elk programma en luisterdoel, en wijzigingen in volume en SmartFocus™ nauwkeurig geregistreerd. Bij de vervolgafspraak worden de opgeslagen gegevens ingelezen in Unitron TrueFit™ en worden de resultaten weergegeven. De verzamelde informatie kan vervolgens worden gebruikt voor beslissingen over fijnafstelling en gebruikersadvies. Het scherm Datalogging is toegankelijk onder Aanpassen.
Diffusion audio: Entrée assurée par la transmission sans fil de signaux (ex. : entrées audio via uDirect™ ou le programme téléphonique binaural). Pour régler les entrées, allez dans Configure Features (Configuration des fonctionnalités) à l'écran Fitting (Appareillage).
Directional Microphone: Microfoonregeling om het geluid vóór de gebruiker te versterken en versterking van het geluid van andere richtingen te verlagen, om spraakverstaan te bevorderen bij omringend lawaai. De opties in Unitron TrueFit omvatten: Vast directioneel, Adaptief directioneel, Smart Directioneel en SpeechZone Directioneel
DuoLink: Door de audicien te configureren functie voor binaurale synchronisatie van wijzigingen in programma/volume/SmartFocus™ voor elk van de beschikbare gebruikersregelaars voor het hoortoestel. Dit houdt in dat met deze functie wijzigingen die zijn aangebracht in één hoortoestel, draadloos kunnen worden gecommuniceerd naar een ander hoortoestel, zodat beide apparaten worden gesynchroniseerd. Deze functie kan worden geregeld op het scherm einde Aanpassing > HI Setup.
Ear simulator: Curveweergaveoptie waarmee het geluidsniveau van het hoortoestel wordt weergegeven zoals deze is gemeten in een koppeling waarmee de impedantie, het volume en de algehele respons van het gemiddelde volwassen oor wordt gesimuleerd. De grafiekopties zijn toegankelijk via het grafiekpictogram rechts bovenaan de grafieken.
Easy-DAI: Een optionele functie waarmee het hoortoestel automatisch overschakelt naar een DAI-programma wanneer een direct audiosignaal wordt ontvangen op het hoortoestel. Bij het overschakelen hoort de klant een aantal pieptonen (optioneel) om aan te geven dat een wijziging is aangebracht in het hoortoestel. Het hoortoestel gaat automatisch terug naar het vorige luisterprogramma wanneer het directe audiosignaal niet meer beschikbaar is. Het easy-DAI-programma wordt weergegeven naast de programmanaam onder Aanpassen > Programmabeheer.
Easy-t: Een optionele functie waarmee het hoortoestel automatisch overschakelt naar een telefoonprogramma (ringleiding of akoestisch) wanneer de telefoonhoorn naast het hoortoestel wordt gehouden. Bij het overschakelen hoort de klant een aantal pieptonen om aan te geven dat een wijziging is aangebracht in het hoortoestel. Wanneer de hoorn niet meer bij het hoortoestel wordt gehouden, gaat het apparaat automatisch terug naar het vorige luisterprogramma. Het easy-t-programma ondersteunt ringleiding of akoestische input. Het easy-t-programma wordt weergegeven naast de programmanaam onder Aanpassen > Programmabeheer.
Feedback Optimization: Screen onder Aanpassen that allows clinicians to complete a feedback test.
Fitting Advice: Een functie op het scherm Aanpassen >Afstelling die audiciens aanpassingsoplossingen biedt voor luisterproblemen van de klant. Audiciens krijgen verschillende suggesties voor programmawijzigingen die gemakkelijk kunnen worden toegepast op het hoortoestel.
Fitting Mode: Een geselecteerde groep hoortoestelinstellingen ontworpen op basis van leeftijdsvoorkeuren voor adaptieve eigenschappen en instellings mogelijkheden voor een unieke aanpassing van kinderen t.o.v. Een functie op het scherm Aanpassen >Afstelling die audiciens aanpassingsoplossingen biedt voor luisterproblemen van de klant. Audiciens krijgen verschillende suggesties voor programmawijzigingen die gemakkelijk kunnen worden toegepast op het hoortoestel.
Fixed Directioneel: Deze input optie gebruikt een vast polar patroon voor het verbeteren van spraak in lawaai. Deze optie is beschikbaar onder Aanpassing>Configuratie>Input
Flex:trial: Het eerste hoortoestel system dat de professional de mogelijkheid biedt om verschillende technologieniveaus te downloaden in hetzelfde test hoortoestel via Unitron TrueFit software, voor risicoloze aanpassingen
Frequency compression: Beschikbaar in Max producten. Door geluiden te verschuiven van gebieden waar het gehoor het meest beschadigd is en deze geluiden te comprimeren tot een hoorbaar bereik. Dit biedt een betere bewustheid en verstaanbaarheid van spraak.
Getting Started Gids: een geprint document ontworpen voor uw klant voor directe instructies voor het gebruik en onderhoud van hun hoortoestellen en/of accessoire
Gevoeligheid: Met de Gevoeligheid (Sensitivity Control) kunt u de gevoeligheid van het Automatische programma aanpassen. Met de instelling Laag is het Automatische programma minder gevoelig voor een veranderende omgeving en schakelt het toestel minder vaak over. Met de instelling Hoog is het Automatische programma gevoeliger voor een veranderende omgeving en schakelt het toestel dus vaak over. De regeling van de gevoeligheid kan worden aangepast onder Aanpassen > Functies configureren > Automatische regelaars.
Hoortoestel reparatie: Deze wizard verschaft de audiciens de mogelijkheid het hoortoestel te repareren en kan gevonden worden onder Hoortoestellen>Hoortoestel reparatie. Met deze wizard kunt u de firmware van het toestel resetten in het geval een toestel niet meer communiceert met de software of te vroeg is losgekoppeld tijdens de aanpassing.
HT Setup: Scherm onder Einde aanpassing dat de audicien de mogelijkheid geeft diversen bedieningsfuncties te activeren of deactiveren of van een ander instelling te voorzien.
HI Update: Met deze wizard kunnen audiciens de softwareversie en de bijhorende functies upgraden die momenteel in het hoortoestel aanwezig zijn, op verzoek van de software; bevindt zich in het menu Hoortoestel.
Homologatieregelingen: Plaatst het hoortoestel in een speciale testmodus voor certificering van productparameters wanneer men te maken heeft met de Unitron-ondersteuningsdienst voor software.
iCube: Draadloze programmeer interface dat gebruikt kan worden voor hoortoestellen met draadloze functionaliteit. Een iCube kan worden geconfigureerd aan de hand van de snelkoppeling Opties > iCube-configuratie naar de iCube-voorkeurinstellingen; hier kan een iCube worden nagezien, geüpgraded, toegevoegd of verwijderd.
In Situ: Een scherm onder Toestellen waarmee audiciens hoortests kunnen uitvoeren via het hoortoestel. Audiciens kunnen kiezen uit drempeltesten en metingen voor oncomfortabele luidheid, die dan kunnen worden gebruikt als basis voor de instellingen van de doelcurve voor de klant.
IntelliVent: Optionele functie waarmee de eigenschappen van het ventingontwerp automatisch worden opgegeven op basis van de unieke afmetingen van het oorkanaal en het gehoorverlies van de klant. Unitron TrueFit™ software wordt samen met IntelliVent gebruikt om de versterkings-/frequentierespons voor de akoestiek van de venting automatisch te optimaliseren. IntelliVent-codes worden ingevoerd op het scherm Toestellen > Akoestiek.
LearnNow™: Deze functie is beschikbaar met Quantum™ 20 en Moxi™ 20. Klanten kunnen hiermee de hoortoestellen 'leren' wat hun voorkeursvolume en gewenste SmartFocus™-instellingen zijn. Wanneer op de knop LearnNow wordt gedrukt op de Smart Control, wordt het leerproces in de hoortoestellen versneld voor de gewenste volume- en SmartFocus-instellingen in verschillende luisteromgevingen. De functie LearnNow kan worden geactiveerd in hoortoestellen onder Einde Aanpassing > HI Setup > Datalogging. De LearnNow-functie kan worden geactiveerd op afstandsbedieningen vanuit het scherm Toestellen > Accessoires, onder het betreffende accessoire (Smart Control of Smart Alert).
Lineaire verwerking: Lineaire versterking, met uitvoercompressielimieten voor harde inputs. Een verwerkingsoptie die handig kan zijn voor mensen die eerder lineaire toestellen droegen of mensen met een ernstig gehoorverlies. De verwerkingsstrategie kan worden aangepast in Instrumenten in het scherm Pre-Fitting.
Mode de test: Fonctionnalité du logiciel qui permet à l'audioprothésiste de transférer rapidement les paramètres de test vers l'appareil auditif afin de vérifier les spécifications électroacoustiques. Le mode de test se trouve dans le menu principal de l'appareil auditif.
Multiband adaptieve directionele microfoon: Een microfoonsysteem waarmee meerdere bewegende geluidsbronnen worden gevolgd en onderdrukt, terwijl er wordt gericht op geluiden van de voorkant. Dit wordt Adaptief Directioneel genoemd in Unitron TrueFit™.
MyMusic: Speciale frequentierespons/versterkingscompensatie voor het muziekprogramma, om het beluisteren van muziek aan te passen in functie van de gebruikersvoorkeuren. Het muziekgenre voor MyMusic kan worden geselecteerd onder Aanpassen > Functies configureren > MyMusic wanneer een muziekprogramma wordt geselecteerd.
Natural Sound Balance: Aanpassingsfunctie waarmee de verhouding tussen het rechtstreekse geluidssignaal (geluid overgebracht via lucht) en het versterkte geluidssignaal continu wordt bewaakt, en de uitvoer van het hoortoestel automatisch wordt aangepast opdat de geluidsmenging zo natuurlijk mogelijk is. Deze functie is altijd geactiveerd op alle Quantum- en Moxi-producten.
Noise reduction: Een functie waarmee het luistercomfort wordt verbeterd door de versterking/uitvoer van het hoortoestel te verminderen in de kanalen waarin hard geluid het dominante signaal is. Noise reduction is ingebouwd in SmartFocus voor Quantum- en Moxi-producten.
Niveau afhankelijke Lawaaionderdrukking: Verbetering voor adaptieve lawaaionderdrukking binnen de SmartFocus 2 functie voor reductie van een maximale hoeveelheid lawaai. Beschikbaar afhankelijk van de hoeveelheid binnenkomend lawaai. met deze feature is een verfijndere reductie mogelijk van zacht en luid lawaai waardoor er een beter resultaat ontstaat voor het gemiddelde.
Occlusie Manager: Hiermee wordt de uitvoer met lage frequentie van het hoortoestel aangepast om de waarneming van occlusie te beperken. Dit is een globale parameter en is dus van invloed op alle programma's. Occlusiebeheer kan worden aangepast bij Aanpassen in het afstellingsscherm.
Overgangsniveau: In alle Shine Rev 4 en 3 producten, het AutoMic handmatig programma verandert de microfoon input bij het bereiken van het ingestelde overgangsniveau.
Phase Canceller: Aanpassingsfunctie waarmee een signaal met faseomkering wordt gegenereerd om het feedbacksignaal op te heffen, waardoor de feedback wordt weggefilterd zonder verlies van versterking. De sterkte van de faseopheffing kan worden aangepast in Aanpassen op het scherm Eigenschappen configureren.
Pink Noise: Willekeurig ruissignaal met een frequentie spectrum waar de hoeveelheid energie progressief vermindert wanneer de frequentie wordt verhoogt. Vergelijkbaar met witte ruis maar met toevoeging van lage frequenties.
Pinna Effect: Deze functie houdt rekening met de locatie van de microfoon van het hoortoestel en past de microfoonrespons aan om de natuurlijke capaciteit van de oorschelp te recreëren. Deze functie is altijd geactiveerd in Quantum 20 en Moxi 20.
Programmabeheer: Een scherm onder Aanpassen waar de audicien luisterprogramma's kan toevoegen/verwijderen, geselecteerde programma's kan herbenoemen en easy-t en easy-DAI kan activeren (indien toepasselijk).
Quick Fit: Hiermee worden de instellingen van het gehoortoestel automatisch berekend en aangepast op basis van de standaardaanpassingsformule of geselecteerde aanpassingsformule. De knop Quick Fit bevindt zich rechtsboven in het scherm. Wanneer de Quick Fit-knop oranje wordt, is een "quick fit" (eerste aanpassing) aanbevolen. Quick Fit-opties zijn zichtbaar door op het pijltje rechts van de Quick Fit-knop te klikken.
Real Ear: Curveweergaveoptie waarmee het geschatte niveau (dB SPL) van het hoortoestel in het oor van de klant wordt aangegeven, gemeten met een sprietbuis in het oor van de klant. Er wordt ervan uitgegaan dat de geluidsbron 0 graden azimuth is. De grafiekopties zijn toegankelijk via het grafiekpictogram rechts bovenaan de grafieken.
RECD: Verschil werkelijk oor naar koppeling. Het verschil, in dB, tussen de SPL gemeten in een 2cc coupler en de SPL gemeten in real-ear voor een bepaald invoersignaalniveau. RECD-waarden worden uiteindelijk gebruikt bij het genereren van doelen voor het hoortoestel en kunnen worden ingevoerd bij Client in het RECD-scherm.
REUG: Versterking werkelijk oor zonder hulp. Het verschil, in dB, tussen het geluidsniveau en het niveau in het oor van de luisteraar wanneer dit niet is afgesloten en zonder hulp (open respons). REUG-waarden worden uiteindelijk gebruikt bij het genereren van doelen voor het hoortoestel en kunnen worden ingevoerd bij Klant in het REUG-scherm.
RIC: Receiver-In-Canal. Een achter-het-oor(AHO) hoortoestel model waar de luidspreker in de gehoorgang geplaatst wordt i.p.v. in de behuizing van het hoortoestel. Voorheen bekend als CRT (Canal Receiver Technology)
Self Learning: Een functie van het hoortoestel waarmee de situatiegebonden luistervoorkeuren van de gebruiker worden aangeleerd voor volumeregeling en SmartFocus™-instellingen, en die ze automatisch toepast op de automatische, handmatige en draadloze luisterprogramma's. De Self Learning-regelingen kunnen worden aangepast onder Finale Aanpassing > HI Setup > Data logging.
Smart Alert: Met een handbediende afstandsbediening kan de gebruiker de regelingen van het hoortoestel aanpassen, en wordt hij ook attent gemaakt op verschillende apparaten in de woning (bijv. de deurbel, telefoon, rookdetector enz.). Een Smart Alert kan worden geactiveerd of gesimuleerd op het scherm Toestellen > Accessoires.
Smart Control: Een kleine hand-held afstandsbediening waarmee de klant meerdere aspecten van het hoortoestel, waaronder het volume, kan aanpassen, kan schakelen tussen luisterprogramma's en het comfort en de helderheid van het geluid kan aanpassen via SmartFocus™. Een Smart Control kan worden geactiveerd of gesimuleerd op het scherm Toestellen > Accessoires.
Smart directioneel: Deze input optie is beschikbaar voor het automatische programma en sommige handmatige programma's onder Aanpassing>Configureer>Input. De specifieke SmartFocus of SmartFocus 2 helderheid of comfort instelling zal worden geactiveerd wanneer de optie Smart Directioneel is geselecteerd.
SmartFocus™: Een exclusieve Unitron-functie waarmee microfoonstrategie, spraakherkenning, lawaaionderdrukkinge en versterkingsaanpassing optimaal worden gecombineerd volgens een Comfort-/Helderheidsschaal. SmartFocus kan door de audicien worden geconfigureerd op het scherm Aanpassen > Functies configureren. SmartFocus kan ook door de gebruiker worden geregeld voor meer helderheid en comfort in bepaalde situaties, aan de hand van toestelregelingen of een afstandsbediening. De regelingen voor het hoortoestel kunnen worden ingesteld onder Einde Aanpassing > HI Setup. De opties voor de afstandsbediening kunnen worden ingesteld onder Toestellen > Accessoires, na selectie van de betreffende afstandsbediening.
SmartFocus 2: Een exclusieve Unitron feature en de volgende generatie van SmartFocus. Spraakherkenning en Lawaaionderdrukking zijn verbeterd in SmartFocus 2 d.m.v. Spraakherkenning+ en lawaaionderdrukking Niveau onafhankelijk. deze updates geven de klant een merkbare verbetering in uitdagende situaties.
SmartFocus SP: Beschikbaar in Max producten. Exclusieve Unitron eigenschap dat een optimale combinatie maakt tussen microfoonstrategie, spraakherkenning, lawaaionderdrukking en versterking. Door samenwerking brengt dit het beste spraakverstaan of comfort afhankelijk van de situatie verlangt voor klanten met een ernstig tot zeer ernstig gehoorverlies.
Spraakherkenning: Functie waarmee spraak wordt geïdentificeerd in de luistersituatie en waarbij een van de kanalen waarin spraak het dominante signaal is, wordt versterkt. Via spraakverbetering zijn zachtere geluiden beter hoorbaar. Als de invoerniveaus toenemen, neemt de versterking af, zodat geluidstolerantieproblemen worden voorkomen. Spraakherkenning is ingebouwd in SmartFocus™ voor Quantum- en Moxi-producten.
Spraakherkenning+: Deze adaptieve spraakherkenning functie zal continu bezig zijn om spraak in iedere situatie te verbeteren binnen het SmartFocus systeem dat er aan bijdraagt dat spraakverstaan in de meest uitdagende omstandigheden werkt.
Spraakrichting: Dit refereert aan de positie van de hoortoesteldrager in de auto en de bijbehorende spraakrichting. Het wordt toegepast in het handmatige programma voor verstaan in de auto, in Quantum2 Pro en Moxi2 Pro.
SpeechZone™ directioneel: SpeechZone laat klanten automatisch genieten van heldere gesprekken in lastige luistersituaties. SpeechZone, mogelijk gemaakt door binaural spatial processing, is geactiveerd wanneer de hoortoestellen spraak detecteren van voor in een rumoerige omgeving – beide hoortoestellen worden dan meer directioneel in de spraakzone. SpeechZone directioneel is te seleteren onder Aanpassing > Configureer Eigenschappen > Input in het Automatische Programma.
SpeechZone™2: Gebruikt ‘binaural spatial processing’ om de exacte locatie van spraak te bepalen. Het kiest automatisch een binaurale of asymmetrische microfoonstrategie om te komen tot het beste spraakverstaan in een rumoerige omgeving.
Tinnitus Loudness Match: Luidheid niveau dat overeenkomt met de waargenomen luidheid van de tinnitus van de cliënt op de geïdentificeerde tinnitus frequentie. Dit geluidsniveau wordt uitgedrukt in het aantal dB boven de drempel van de klant (dat wil zeggen dB SL) op tinnitus frequentie.
Tinnitus Maskeerder: Ruisgenerator bedoeld om een geluidsbron te genereren dat het auditieve systeem stimuleert. Bestemd als onderdeel van een uitgebreid tinnitus therapie programma.
Tinnitus Pitch Match: Frequentie (in Hertz) dat het meest overeenkomt met de waargenomen tinnitus van de cliënt. Deze diagnostische informatie wordt ingevoerd bij Cliënt> Audiogram en wordt gebruikt tijdens het voorschrijven van de Tinnitus Masker frequentierespons en uitgangsniveau.
Trial Duration: Flex:trial toestellen kunnen gebruikt worden voor een bepaalde tijd bij klanten voor een proefperiode. De hoortoestellen geven herhaaldelijk een toon wanneer de proefperiode is overschreden. Stel de duur van de proefperiode in bij Einde Aanpassing > Tonen.
Tuning: Een scherm onder Aanpassen dat toegang biedt tot aanpassingen van het hoortoestel, zoals de adaptatiemanager, occlusiemanager, zacht/matig/luid-aanpassingen, MPO/Versterkingsaanpassingen, evenals toegang tot Aanpassingsadvies.
uAudio: Draadloos programma dat automatisch wordt geactiveerd in de hoortoestellen wanneer via de uDirect™ signalen worden verzonden vanaf Bluetooth®-apparaten met een communicatiemodus in één richting (bijvoorbeeld streaming van muziek).
uDirect™: Om de hals gedragen apparaat om geluid draadloos over te brengen tussen hoortoestellen met draadloze opties en elektronische Bluetooth®-apparaten, of apparaten die rechtstreeks op het uDirect-apparaat kunnen worden aangesloten. De uDirect kan worden geactiveerd of gesimuleerd op het scherm Toestellen > Accessoires.
uDirect™ 2: Om de hals gedragen apparaat om geluid draadloos over te brengen tussen hoortoestellen met draadloze opties en elektronische Bluetooth®-apparaten, of apparaten die rechtstreeks op het uDirect-apparaat kunnen worden aangesloten. Daarnaast is er afstandsbediening functionaliteit en gesproken meldingen. De uDirect kan worden geactiveerd of gesimuleerd op het scherm Toestellen > Accessoires.
uFM: Een draadloos programma in de hoortoestellen dat automatisch wordt geactiveerd wanneer de uDirect™ signalen verzendt van FM-apparaten via de 3-pins Europlug-verbinding.
uPhone: Draadloos programma dat automatisch wordt geactiveerd in de hoortoestellen wanneer de uDirect™ signalen worden verzonden vanaf Bluetooth®-apparaten met een communicatiemodus in twee richtingen (bijvoorbeeld een mobiele telefoon).
uTV: Een apparaat dat geluid draadloos van een tv (of soortgelijk apparaat) verzendt naar de draadloze hoortoestellen van de gebruiker via het uDirect-accessoire dat rond de hals wordt gedragen. De uTV moet niet worden geconfigureerd in Unitron TrueFit.
uTV 2: Een apparaat dat geluid draadloos van een tv (of soortgelijk apparaat) verzendt naar de draadloze hoortoestellen van de gebruiker via het uDirect-accessoire dat rond de hals wordt gedragen. De uTV moet niet worden geconfigureerd in Unitron TrueFit. Heeft dezelfde functionaliteit als uTV, met als verschil dat de oplaadunit alleen gebruikt kan worden voor uDirect 2.
Verificatiemodus: Een softwarefunctie waarmee de audicien snel aanpassingsfuncties in het hoortoestel kan deactiveren om metingen uit te voeren. Audiciens kunnen kiezen uit: Real Ear-meetingen en 2cc coupler-meetingen. Met de Real Ear-meetingen worden alle aanpassingsfuncties, behalve Natural Sound Balance, in het hoortoestel uitgeschakeld tot de modus wordt afgesloten. Met de 2cc-coupler meetingen worden alle aanpassingsfuncties en directionele microfoons in het hoortoestel uitgeschakeld tot de modus wordt afgesloten. De Testmodus bevindt zich in het Hoortoestelmenu.
White Noise: ruis signaal met een vlakke spectrale dichtheid over een zo groot mogelijke bandbreedte.
Wind Noise Manager: Verlaagt de versterking in de kanalen van het hoortoestel wanneer windruis wordt gedetecteerd, voor een beter luistercomfort. De regelingen van de Wind Noise Manager kunnen worden aangepast onder Aanpassen > Functies configureren.