Veelgestelde vragen

A: Controleer of de iCube is ingeschakeld en of de accu geladen is. Controleer of de iCube binnen 10 meter van de aanpascomputer wordt gebruikt. Ga binnen TrueFit™ naar Opties > Voorkeuren > Programmeer interface > iCube. Hier is te controleren of de iCube verbonden is of verbonden kan worden.

A: Onder Einde Aanpassing > Tonen kunt u de ingestelde Test periodePzien.

A:Het opstart programma wordt geselecteerd in het Einde Aanpassing>HT Setup scherm. De opties voor het opstart programma kunnen worden beïnvloed door de instelling van de programma schakelaar. Ook is het mogelijk om programma's uit de programmareeks te laten zoals Easy-t of Easy-DAI.

A: Het bereik van de volumeregeling kan geconfigureerd worden bij Einde Aanpassing > HT Setup. Hier kunt u een keus maken uit 6 of 10 dB harder en 6, 10 of 20 dB zachter. Deze keuzes bepalen het algehele bereik.

A: Het bereik van de volumeregeling is instelbaar bij Einde Aanpassing > HT Setup in de Volume Instellingen. U kunt hier de optie voor volumeregeling omhoog en voor volumeregeling omlaag instellen op Uit.

A: Ja, u kunt het volume op de hoortoestellen en de afstandsbediening van afstandsbediening Control onafhankelijk van elkaar activeren en deactiveren. Als u de volumeregeling op het hoortoestel wilt deactiveren, volgt u de instructie in de sectie Veelgestelde vragen over het uitschakelen van volumeregelingen op het hoortoestel (bijvoorbeeld navigeren naar Einde Aanpassing > HT Setup en het vak Volume-instellingen gebruiken). Op voorwaarde dat er een afstandsbediening is toegevoegd aan de aanpassing via Toestellen > Accessoires en een volume regeling is geactiveerd, kan het volume worden bijgesteld via de afstandsbediening.

A: Ja, u kunt de drukknop zo configureren dat deze werkt als volumeregeling. U doet dit bij Einde Aanpassing > HT Setup. In dit scherm vindt u een vervolgkeuzelijst voor configuratie van de drukknop waarin u de volgende optie kunt kiezen: volume - rechts omhoog, links omlaag. Selecteer deze optie om DuoLink te activeren, dit heeft de functie dat wanneer de drukknop op rechts wordt ingedrukt beide toestellen  harder worden, wanneer links wordt ingedrukt beide toestellen zachter worden.

A: Bij Einde Aanpassing > HT Setup kan de audicien de drukknop op draadloze hoortoestellen zo configureren dat deze werkt als SmartFocus-regeling ( R Helderheid = richting max helderheid, L Comfort = richting max comfort) of als volumeregeling (rechts omhoog = volumeverhoging; links omlaag = volumeverlaging). Wanneer de drukknop is ingesteld op een van deze twee opties terwijl DuoLink actief is, wordt op beide hoortoestellen de toegewezen functie verhoogd door een druk op de knop op het rechterhoortoestel (bijvoorbeeld volume omhoog van beide apparaten of toename van de helderheid van beide apparaten). Wanneer op de knop van het linker hoortoestel wordt gedrukt in deze status, neemt op beide hoortoestellen de toegewezen functie af (bijvoorbeeld volume omlaag op beide hoortoestellen of toename van comfort op beide toestellen).

A: Ja. Onder Einde aanpassing>HT Setup kunt u de functie van de drukknop wijzigen door op het pijltje te klikken. U kiest vervolgens voor SmartFocus: R helderheid, L comfort.

A: Om een Micro CIC remote toe te voegen gaat u naar Einde Aanpassing>HT Setup en selecteer programma veranderingen, volume omhoog of omlaag van het rolmenu . Voor volume omhoog, telkens als de klant de remote bij het toestel houdt gaat het volume 2 dB omhoog totdat het maximum is bereikt, daarna gaat het toestel terug naar het standaard volume. Wanneer u omlaag selecteert zal het toestel telkens 2 dB zachter worden totdat het standaard volume weer wordt bereikt. Voorbeeld: Ingesteld op maximaal 6 dB harder gaat het als volgt +2,+4,+6, 0, +2,+4,+6, etc. Opmerking: Selflearning is niet beschikbaar.Wegens het ontbreken van wireless werkt DuoLink ook niet.

A: Om zelf het volume te kunnen regelen moet u op de volgende zaken letten. Zorg dat onder Aanpassing>Fijnafstelling> Adaptatie Manager deze staat op een comfortabel niveau. Maak evt. aanvullende wijzigingen bij Zacht/Gemiddeld/Hard of MPO/Gain/CR. Let op dat wanneer de Automatische Adaptatie Manager aanstaat het toestel over tijd langzaam in volume toeneemt.

A: De huidige instelling van de Adaptatie Manager wordt beïnvloed door: de leeftijd van de klant, zijn ervaring met hoortoestellen en zijn audiogram. U kunt de Quick Fit default voor alle aanpassingen veranderen onderOpties>Voorkeuren>Standaard modus of Pediatric Modus>Global parameters>Adaptation Manager. De eindwaarde is standaard 100%. Ook de automatische functie staat standaard aan.

A: Programma nummer 1 is het automatische programma in vele toestellen. In Einde Aanpassing> HT Setup kunt u het automatische programma verwijderen uit de programmareeks zodat deze niet meer voorkomt wanneer de klant door de programma’s schakelt.

A: De programmaknop en de volumeregelaar zijn net als alle afstandsbedieningen functies uitgeschakeld tijdens het aanpassen. Zorg ervoor dat u altijd het toestel reset na programmering door de batterijlade te openen en te sluiten. Dit verzekert u ervan dat alle functies weer zijn ingeschakeld. Het is uiteraard ook mogelijk dat de tonen te zacht staan. Ga dan naar Einde Aanpassing>Tonen en pas de intensiteit en/of de frequentie van de tonen aan.

A: De hoeveelheid versterking van de hoge frequenties op de hoortoestellen kan worden bepaald door een aantal factoren. Audiciens die een betere versterking van de hoge frequenties willen instellen, moeten ervoor zorgen dat de toestellen snel zijn aangepast aan het gewenste doelniveau met het pictogram Quick Fit op de werkbalk. De akoestische eigenschappen van de hoortoestellen kunnen worden geconfigureerd in de software via Toestellen > Akoestiek zodat de QuickFit kan worden toegepast Wanneer er meer versterking vereist is, kan dit worden aangepast bij Aanpassing > Fijnstelling en verhoog daar de instellingen van de Adaptatie Manager. In aanvulling op bovenstaande, de reductie van versterking die kan plaatsvinden na het uitvoeren van de Feedback test kan er voor zorgen dat de gewenste versterking niet wordt behaald. Dit kan worden gecontroleerd in het scherm van de Feedbackmeeting. Het is mogelijk dat er met de gekozen akoestische eigenschappen (dome, tube etc.) niet het gewenste niveau kan worden bereikt. Indien gewenst kan er een andere keus gemaakt worden die wél het vereiste bereik bewerkstelligd.

A: Met de feedbackoptimalisatietest wordt de maximale stabiele versterking bepaald die kan worden geleverd in een afzonderlijke aanpassing om ervoor te zorgen dat er geen feedback is. Als door de feedbacktest inderdaad de beschikbare versterking teveel wordt beperkt, kan de oorzaak van de feedback worden aangepakt en kan de test hierna opnieuw worden uitgevoerd. Zo kan bijvoorbeeld de hoeveelheid venting worden beperkt, de pasvorm/fixatie van het oorstukje worden verbeterd. Wanneer er wijzigingen zijn in de akoestische eigenschappen moet dit als eerste aangepast worden bij Toestellen > Akoestiek. Om de juiste eigenschappen in de berekening mee te nemen, dient daarna een nieuwe feedback test te worden gedaan bij Aanpassing > Feedback Optimalisatie.

A: Verschillende instellingen van de Feedback Manager zijn beschikbaar onder Aanpassing > Configuratie Eigenschappen > Feedback Manager om dit in te stellen. De standaard instelling is 'Maximaal' voor het automatische programma en alle handmatige programma's nadat de feedback optimalisatie test is gedaan. Deze instelling geeft de beste resultaten als feedback management systeem. In het geval dat de klant klaagt over de geluidskwaliteit van klanken (bv. Muziek), of specifieke geluiden uit de omgeving, dan kan de sterkte van de Feedback Manager worden verlaagd tot er een balans is tussen geluidskwaliteit en fluitvrij zijn.

A: Unitron hoortoestellen zijn compatible met alle leidende FM systemen, zoals de ZoomLink, SmartLink en de Roger. Voor de aanpassingen met standaard AHO toestellen kan de 3 polige Eurostekker in de audioschoen worden gestoken. U moet dan wel een DAI programma toevoegen via Aanpassing>Programma Manager scherm. Gaat u een neklus gebruiken zorg dan dat u een T stand programmeert via Aanpassing> Programma Manager scherm. De input optie kan worden geconfigureerd in het scherm Aanpassing > Configuratie Eigenschappen > Input. Voor alle toestellen die beschikken over draadloze functionaliteit kunt u gebruik maken van de uDirect of uDirect 2 . U kunt de FM ontvanger aan de onderzijde van de streamer plaatsen, het FM signaal wordt dan aangeboden via het uFM wireless programma.

A: Om het technologie niveau van een flex:trial toestel te wijzigen ga je naar Toestellen > Technologie Keuze, klik op het gewenste niveau en volg de instructies op het scherm. Mogelijk wordt u gevraagd om het technologie niveau van een Flex:trial te wijzigen via het detectie dialoogvenster. Wanneer u kiest voor het wijzigen van het technologie niveau volgt u dan de instructies.

A: Om de aanpassing te plaatsen in een Flex:trial toestel opent u de bestaande aanpassessie, sluit het Flex:trial toestel aan en klik op detecteer. In het detectie dialoogvenster zal er gevraagd worden om het technologie niveau te wijzigen en u krijgt de optie om de instellingen van de huidige aanpassing te gebruiken of van de nieuwe aangesloten toestellen. Selecteer de optie voor het gebruik van de instellingen van de huidige aanpassing (de instellingen van de bestaande hoortoestellen) en sla ze dan op in de Flex:trial toestellen.

A: Om uw aanpassing te beveiligen met een wachtwoord, ga naar Opties > Voorkeuren > Aanpas sessie > Aanpassing, controleer of de functie aangevinkt is, Voer daar vervolgens uw wachtwoord in. Nu worden al uw aanpassingen m.b.v. dit wachtwoord beveiligd. Bij controle kan het toestel alleen worden uitgelezen wanneer het juiste wachtwoord is ingegeven.

A: De pediatrics aanpasmodus kan worden aangepast via het Aanpassingsmodus icoon, rechtsboven in de TrueFit software. Door op het icoon te klikken zullen de opties getoond worden. Wanneer je één van deze opties selecteert, krijg je de keuze om de veranderingen van de modus te wijzigen of te annuleren. Bij een nieuwe aanpassing van een kind zal de keuze voor een pediatrics aanpassing automatisch in het dialoogscherm verschijnen.

A: De standaard instellingen voor elke aanpasmodus kunt u wijzigen in Opties > Voorkeuren > Aanpas sessie > Pediatric Modus of Standaard Modus. De huidige standaard is aangegeven in de tabel welke aangepast kan worden door te klikken op de betreffende instelling (+) en deze vervolgens aan te passen.

A: Er zijn twee manieren om een Mute programma te creëren in Unitron trueFit. Start in beide gevallen in het Aanpassing>programma Manager scherm. Wanneer het toestel beschikt over een keuze voor een Mute stand, dan deze gewoon toevoegen aan de handmatige programma's. In het geval het hoortoestel niet de keuze biedt voor een Mute stand, kies dan een handmatig programma (bijv. Rustig) en ga vervolgens naar Aanpassing>Configuratie Eigenschappen. Selecteer daar het programma dat u zojuist heeft toegevoegd. Ga dan naar Input en selecteer daar Gedempt. Nu heeft u een Mute stand gecreëerd.

A: Mits beschikbaar in het toestel kunt u de tinnitus functie activeren onder Aanpassing > Configuratie Eigenschappen > Tinnitus Maskeerder. Hier kunt u de Tinnitus functie activeren (R/L/R+L) in het programma dat u geselecteerd hebt. Na activatie van de van de functie kunt u ervoor kiezen om de klant de mogelijkheid te geven zelf het niveau van de ruis aan te laten passen m.b.v. de afstandsbediening. U kunt ook de voorgeschreven ruis aanpassen in de software.

A: Kies de gewenste taal voor de Getting Started Gids (eenvoudige en persoonlijke gebruiksaanwijzing), klik op Bestand > print en selecteer de gewenste taal uit de lijst. Kies hierna voor Preview, Print, Opslaan als PDF, of Sluiten. Ook kun je via Einde aanpassing>Aanpas Samenvatting de taal van de Getting Started gids wijzigen en deze vervolgens printen.

A: De SmartFocus schuifregelaar is aangepast van 10 stappen aan iedere zijde naar 15 stappen in helderheid en 5 stappen in Comfort. Deze verandering is doorgevoerd om de helderheid nog nauwkeuriger te kunnen instellen, m.n. de directionaliteit. De standaardinstellingen binnen de automaat zijn gehandhaafd op de posities die ze hadden in de vorige versie van SmartFocus.