De programmaknop en de volumeregelaar zijn net als alle afstandsbedieningen functies uitgeschakeld tijdens het aanpassen. Zorg ervoor dat de hoortoestellen opnieuw zijn gestart na het programmeren door de batterijlade te openen en te sluiten. Dit verzekert u ervan dat alle functies weer zijn ingeschakeld. Het is uiteraard ook mogelijk dat de tonen te zacht staan. Ga dan naar Einde Aanpassing > Tonen en pas de intensiteit en/of de frequentie van de tonen aan. U kunt dit oplossen door naar Aanpassing > Tonen scherm. U kunt op Instellingen voor tonen klikken en dit openen om de toonintensiteit en het frequentieniveau aan te passen via de desbetreffende vervolgkeuzelijsten om de hoorbaarheid van de indicators te verbeteren. Het vak voor het inschakelen van tonen kan ook worden geopend om de gewenste opties voor de toonindicators te activeren/deactiveren.